Interview uit 2016 met Aafie Schilder (Bibber)

16-12-2023

Interview uit 2016 met Aafie Schilder (Bibber). Overleden op 31 januari 2023.

Uit de wintereditie 2016:

In september is Aafie Schilder (Bibber) 92 jaar geworden. Ze woont nog thuis in haar ouderlijk huis. Daar hebben altijd "Bibbers" gewoond. Aafie Bibber woont zelfstandig en heeft thuiszorg en mantelzorg. Omdat het thema mantelzorg is in dit Bedakkertje gaan we bij haar langs.

Bij binnenkomst is de thuiszorg aanwezig. De koffie loopt en met nul graden buiten staat de verwarming goed hoog.
"Wat een gezellig huis is dit".

Ja dit huis was er al. Mijn vader en moeder zijn hier getrouwd. Mijn vader was Jaap Schilder (Bibber) en mijn moeder Aafie Zwarthoed (van Kees van de Jent, van het Dril). We zijn in dit huis grootgebracht met tien kinderen. Vijf broers en vijf zussen. Toch waren we hier niet altijd allemaal aanwezig. Zussen waren 'uit dienen' in Amsterdam en sliepen daar ook doordeweeks. Broers zaten in militaire dienst of waren al getrouwd. De enige keren dat we er echt allemaal waren was vaak op zondagmiddag. Mijn oom woonde naast ons en kwam dan ook altijd even langs. Dan was het gezellig druk.

Mijn ouders hebben hier twee keer een watersnoodramp meegemaakt. De eerste keer in 1916 kwam het water zo hoog dat het gezin tijdelijk bij een familie in Westwoud heeft gewoond. Mijn broer ging daar op een gegeven moment zelfs naar school en heeft daar ook zijn Eerste Heilige Communie gedaan. De tweede keer was in de Tweede Wereldoorlog. Zoals het huis er nu bij staat, zelfs zoals de schilderijen hangen, zo was het vroeger ook. Alles is nog hetzelfde.

Zijn er nog broers of zussen in leven?

Mijn jongste zus Griet is 87 jaar en leeft nog. De anderen zijn allemaal overleden. Alle broers en zussen (op mijn broer Jan na) zijn allemaal vrij oud geworden. Mijn broer Jan was 18 jaar toen hij overleed aan tyfus. In de week dat hij is overleden zijn er drie jongens van die leeftijd begraven. Allemaal overleden aan tyfus. Dat was echt verschrikkelijk. Na die gebeurtenis dacht ik echt dat mijn ouders zelf ook zouden overlijden, maar later ging het toch beter met ze. Mijn vader is zelfs 97 jaar geworden.

Het thema van het Bedakkertje is mantelzorg. Kun je wat vertellen over de (mantel)zorg die je krijgt?
Driemaal per week wordt er een warme maaltijd van 'tafeltje-dekje' gebracht. Dit eten is tegenwoordig echt erg goed. De maaltijden eet ik in tweeën anders is het teveel. De was wordt meegenomen en teruggebracht door een nichtje. Mijn boodschappen worden gehaald door de een of ander. Ook komt mijn jongste zus nog langs en neemt dan dingen mee die ik nodig heb. Vanwege problemen met mijn benen kan ik het zelf niet meer halen, maar als het mooi weer is ga ik nog wel naar buiten. Dan kan ik ook naar de kerk met mijn rollator. Na de kerkmis heb ik dan veel aanspraak. Heel gezellig. Ik vind het dan ook jammer dat ik in de winter niet naar de kerk kan vanwege de kou, zoals nu.

Kunnen ze je niet beter brengen naar de kerk?

Dat hoeft niet, in de auto zitten is voor mij niet zo prettig. Ik ga liever lopen. Een rolstoel vind ik helemaal niet prettig zitten. Soms kun je er niet onderuit, maar liever niet.

Wat doe je nog meer gedurende de dag en waarom?

Veel puzzelen en lezen. De televisie zet ik niet vaak aan. Ook doe ik het liefst zoveel mogelijk zelf in huis. Er komt niet heel veel visite, iedereen heeft z'n eigen leven. Daarom ben ik het liefst zoveel mogelijk bezig.

Word je door bijvoorbeeld familie ook gehaald voor een ritje met de auto of verjaardagen?
Ik hou van rommelmarkten. De laatste keer zijn we op de rommelmarkt in de Emergohal in Amstelveen geweest. Deze markt was zo groot, ik werd er zelfs een beetje onwel van. Het was echt heel druk, maar ik vind het zo leuk om daar wat te lopen en te kopen!

Wat doe je nog meer allemaal zelf?

's Morgens opstaan, brood snijden, koffiezetten, mezelf aankleden en alle andere dingen kan ik allemaal zelf. In huis loop ik wel met de rollator. Soms doe ik dit niet, maar dat moet ik eigenlijk niet meer doen. Alle dingen die ik nodig heb zijn beneden, ook mijn bed staat nu beneden. Boven kom ik niet meer. Daar zag ik wel erg tegenop, dat bed in de woonkamer. Maar de bedstee is niet lang genoeg om te slapen. Vooral met de pijn in mijn benen heb ik een langer bed nodig. Soms vraag ik me af hoe mijn vader en moeder sliepen in de bedstee, maar zo waren die dingen.

Ik ben een keer hard gevallen en sindsdien heb ik wel enkele mankementen maar het gaat steeds beter. Ze vonden me nadat ik was gevallen voorover op de vloer en de tafel was een stuk opzij geschoven. Er zat een gat in mijn hoofd en ik ben snel naar het ziekenhuis gebracht. Gelukkig had ik niks gebroken. Hierdoor heb ik wel meer zorg nodig. In het begin kwam de zuster 's avonds twee keer, maar nu komt ze 's morgens een keer en 's avonds een keer.

Mijn ouders hadden 45 kleinkinderen dus ik heb veel neefjes en nichtjes. Iedereen wil graag wat voor me doen. Daar heb ik veel geluk aan. Binnenkort gaan we ook weer een keer naar een rommelmarkt. Mijn neefjes en nichtjes zeggen dan: 'maar je kast staat al vol!'. Dan zeg ik: 'al moet ik het voor altijd in m'n hand vasthouden, ik koop het toch!'.

De zorg die ik krijg is ook erg goed, daar kan ik echt van op aan 's morgens en 's avonds. Als ik bijvoorbeeld naar de vroege eerste mis wil op Eerste Pinksterdag komt de zuster om 7 uur 's morgens al om mij te helpen. Zodat ik op tijd ben. Als je erover nadenkt wordt er veel voor me gedaan!

Door Denise de Boer