Interview Jan van der Sluijs (Jan Rab)

20-10-2025

Interview Jan Rab uit zomereditie 2022. 

Jan van der Sluijs (Jan Rab), van onder andere ‘Disco Jan Rab’, was lange tijd de enige in Volendam met repetitieruimtes. Vele muzikanten hebben er hun talent kunnen ontwikkelen. Hij wilde meerdere oefenruimtes bij elkaar, zodat de bandjes meer contact kregen met elkaar. Wij vragen hem in dit interview hoe hem dat uiteindelijk is gelukt. En hoe is hij in Volendam terecht gekomen?

Jan van der Sluijs, geboren op 24 april 1953 (69 jaar). Getrouwd met Marie Veerman (Mot). Twee kinderen: Marian en Jelle. Opa van Jamie en Dion.

Waar kom je officieel vandaan?

Ik ben geboren in Scheveningen. Op achtjarige leeftijd ben ik uit Scheveningen verhuisd naar Soest, naar een pleeggezin. Mijn ouders waren al gescheiden voordat ik was geboren. Mijn vader was niet in beeld en mijn moeder moest aan het werk. Ze woonde intern in bejaardentehuizen, waar ze werkte als kokkin. Tot mijn achtste ben ik opgevangen door familie, maar om gezondheidsredenen was het beter dat ik bij de pleegfamilie in Soest ging wonen. Het pleeggezin had een boerderij met een houthandel erbij. Het was de bedoeling dat ik daar tot rust zou komen. Dat lukte niet helemaal, ik was namelijk een druk mannetje en vond alles maar dan ook alles leuk om te doen.

Met wat voor gezondheidsproblemen kampte je?
Het is een aangeboren hartafwijking (tetralogie van Fallot, ventrikelseptumdefect). Een mond vol, haha. Dat betekent dat er een gat zit in de tussenkamer van je hart. Bij mij stroomde het zuurstofarme bloed de verkeerde kant op. Toen ik twee jaar was ben ik voor de eerste keer geopereerd.

Hoe ben je in Volendam terecht gekomen?

Tussen mijn achtste en 19e ben ik opgegroeid in het pleeggezin. In Soest kreeg ik verkering met een meisje die fan was van The Cats. Met allemaal mensen uit de kop van Noord-Holland gingen we alle optredens af, met touringcars vol fans. Toen ik mijn rijbewijs haalde, gingen we soms zelfs twee keer per week. In onze vrije tijd gingen we ook af en toe naar Volendam. Dan zochten we een slaapplek in Volendam, bij Spaander bijvoorbeeld. Zo ontstond bij mij het idee om hier een huis te kopen. Op dat moment kwam W.J. Tuijnstraat 12 te koop. Dat huis heb ik gekocht en ging er wonen in 1975. Mijn verkering was na drie weken uit.

Je woonde in een pleeggezin, zag je jouw moeder ook in die tijd?

Mijn moeder zag ik in de weekenden, ze kon niet fulltime voor me zorgen. Op 54- jarige leeftijd werd ze ziek. Ze kon niet meer werken vanwege haar longen en kwam terecht in een klein flatje in Den Haag. Ze woonde daar in haar eentje, want alle familie was al overleden. Toen heb ik mijn moeder ook naar Volendam gehaald en zijn we verhuisd naar de Berend Demmerstraat. Ondertussen had ik verkering gekregen met Marie. Met mijn moeder erbij werd dat wel wat krap. Meergracht 12 kwam op mijn pad en daar ben ik ingetrokken met Marie. Mijn moeder kreeg een flat toegewezen in de Harlingenlaan. Daar is ze overleden in 1982.

Waar komt de naam Jan Rab vandaan?

Vrienden wilden mij een bijnaam geven. Zo ging dat toen. Ooit had ik wel eens verteld dat ik in een bandje ‘Jan Rap En Zijn Maten’ had gespeeld, daar was ook een film van. Maar ik wilde niet dat ze me Rap met een ‘p’ noemden, maar met een ‘b’. Een bijnaam kwam mij later goed uit, voor Disco Jan Rab. Want als ik thuis de telefoon zou opnemen met ‘Van der Sluijs’ zou de beller meteen ophangen. De naam Van der Sluijs kenden de mensen niet. Ze moesten Jan Rab hebben.

Men zegt dat het moeilijk integreren is in de Volendamse gemeenschap. Hoe was dat voor jou?
Voor mij ging dat best snel, want ik hield van muziek en trok op met de jongens van de band ‘Hoop’. Die band bestond uit Ab Jonk, Jaap van Zanten, Ben Deal, Jan Luns (de zanger, recent overleden), Jaap Bond (de schoolmeester). Dat was een beetje mijn vriendenploeg. Ik zat zelf ook in de muziek en ging geregeld kijken bij hun repetities of optredens. Daarna kwam ik als gitarist in het bandje ‘Imagine’. De band bestond uit Jan Cas Sombroek (van Ceessie Cas), Klaas Steur (Skien), Johan Trum, Marie Sier (later getrouwd met Jan Sombroek, Cas) en mijn persoon.

We timmerden lekker aan de weg. We wonnen een talentenjacht in Zeist en mochten als begeleidingsband mee op tour met de ‘Blue Diamonds’. Dat hebben we een half jaar gedaan. Toen moest ik weer geopereerd worden aan mijn hart en waren we genoodzaakt te stoppen.

Weer hartklachten?

Ja, omdat ik in Volendam was gaan wonen had ik geen eigen cardioloog meer. Dokter ‘jonge Duin’ stuurde mij direct door, want ik was al een paar jaar niet naar het ziekenhuis geweest. De cardioloog in Amsterdam vroeg: “meneer van der Sluijs, waar bent u al die jaren geweest? U bent een lopende tijdbom! Als je jezelf niet laat opereren, haal je de 30 niet.” Dat buisje wat ingebracht was op mijn 2e was namelijk niet flexibel. Op dat moment was ik 24 jaar. Begin 1978 ben ik opnieuw geopereerd. Dat is mijn laatste operatie geweest. Eén keer per jaar ga ik naar het ziekenhuis voor controle. Het is altijd oppassen. Ik mag mezelf niet te veel inspannen en intensief sporten gaat ook niet. Ik speel bijvoorbeeld wel een partijtje volleybal, maar moet de bal wel dicht bij me krijgen. Ik duik er niet op af. Als klein jongetje mocht ik geen ijs eten omdat dat te koud zou zijn. Dat is achteraf natuurlijk allemaal onzin. Mijn moeder had met de ijsboer geregeld dat ik slagroom kreeg in plaats van ijs. Tegen mij zei mijn moeder dan: “ga maar een warm ijsje halen”. Dan dacht ik écht dat ik warm ijs aan het eten was. Het was een hoorntje met slagroom.

Hoe is Disco Jan Rab ontstaan?

Toen ik terugkwam na de operatie en revalidatie zijn we definitief gestopt met Imagine. Enkele spullen van onze band (de microfoons, de speakers, etc.) heb ik overgehouden. Die mocht ik opslaan in de oude brandweerkazerne in de Berend Demmerstraat. In die tijd nam ik voor Cor Puul af en toe plaatjes op in bar De Puul, cassettebandjes. Op een gegeven moment vroeg iemand in De Puul of ik een keer een hele avond muziek wilde draaien. De spullen die daarvoor nodig zijn had ik nét gekocht, dus wilde het wel een keer proberen. Het einde van Imagine is in principe het begin geweest van Disco Jan Rab.

In die tijd traden op feesten en partijen altijd bandjes op zoals De Kleintjes Pils of Fiësta. Was een disco nieuw in Volendam?
Het was niet nieuw, maar het was wel het begin van het discotijdperk. ‘Japie Disco’ was er al, dat was Japie Buijs van Cees Buijs van het Kolfschotenplein. Hij draaide elke donderdag muziek op de dansavonden van dansschool Cornelissen in de PX. Tegelijkertijd begon Nico Dobbel met ‘Disco Dobbel’, samen met Joop Lansen (van De Groene) en Jan Drum. Gek genoeg hielp ‘oude’ Joop Lansen (echtgenoot van Nel Bos) mij enorm op weg. Hij gaf me advies over mijn inkomsten en zorgde er altijd voor dat ik werk had met Disco Jan Rab. Ik was de derde met een disco die aansloot in Volendam, maar was iets meer professioneel dan de anderen.

Is in die tijd het idee ontstaan om de oefenruimtes te beginnen?
Ik had natuurlijk ontzettend veel spullen van de disco en mijn spullen stonden (nadat de oude brandweerkazerne was gesloopt) opgeslagen in de loods van ‘Jan met z’n Baaien’, van de VD119. Op een gegeven moment vroeg Jan met z’n Baaien aan mij: “Jan... mogen wij ook nog een stukkie loods?” Zoveel spullen had ik. Toen ben ik met alle spullen verhuisd naar een loods in de Christiaan Huijgensstraat.

En ondertussen was het de hele tijd al mijn plan om een repetitieruimte beginnen voor bandjes. En dan met meerdere ruimtes bij elkaar, zodat bands naar dezelfde locatie kwamen en in contact zouden komen met elkaar. Als er bijvoorbeeld een gitarist wegviel bij de ene band, zou er snel contact kunnen worden gelegd en vervanging kunnen komen. Ging een band uit elkaar? Geen probleem, de spullen konden gewoon blijven staan en de ruimte kon weer gereserveerd worden door een andere band.

Hoe kwam dat idee tot stand, om bandjes te verbinden met elkaar?

Ik ben van nature erg nieuwsgierig en ging altijd overal kijken. Je kon mij altijd vinden in muziekwinkels, waar ik uren kon luisteren naar de nieuwste platen. Een gezamenlijk complex met meerdere oefenruimtes had ik gezien in Amsterdam, bij de Polderwegstudio. Daar hadden ze een gebouw met 14 oefenruimtes. Met een kantine erbij. Dat werd mijn doel.

Waar oefenden die bandjes dan vóórdat ze bij jou kwamen?

Overal en nergens. In ruimtes van bedrijven op het industrieterrein, zoals bij de Kivo, Blana in Edam en in diverse scholen. Als ieder bandje een eigen oefenruimte heeft, moeten ze ook allemaal zelf de apparatuur hebben, en alles zelf regelen. Het enige voordeel is: je kunt oefenen wanneer je wilt. Bij mij moest je een tijd afspreken, een oefenblok reserveren. En het voordeel bij mij was: ze hoefden niks te kopen en moesten alleen een gitaar meenemen. De versterkers, een drumstel, de zanginstallatie, het stond er allemaal. En ging een band uit elkaar? Geen probleem, de gitarist nam alleen zijn gitaar mee, de andere spullen bleven staan en een andere band vulde het blok weer op.

Dit klinkt als een project met een maatschappelijk doel. Werkte je samen met andere partijen?

Mijn intentie was om het samen op te zetten met de PX, maar die zagen dat destijds niet zitten. Toen ben ik op de gemeente afgestapt. Daar snapten ze niet wat ik bedoelde. Daarom stelde ik voor om met me mee te gaan naar Amsterdam. Dat wilden ze wel! Ik ben op pad gegaan met wethouders Nellie Veerman en Jaap Bond. Ze namen een middag de tijd voor mij en gingen mee naar de Polderwegstudio, het pakhuis met 14 oefenruimtes. Ze keken hun ogen uit en vonden het geweldig. De beslissing van de gemeente na dit bezoek was: “Begin maar.” De PX wilde niet, dus kreeg ik een vergunning om te beginnen. Ik doelde natuurlijk op een beetje subsidie, maar die kreeg ik niet. In elke ruimte werd apparatuur geplaatst en alles moest geluidsdicht gemaakt worden. Ik heb alles uit eigen zak betaald, maar het is gelukt.

Hoeveel oefenruimtes heb je uiteindelijk gecreëerd in de Christiaan Huijgensstraat?
Ik had twee loodsen en daar had ik drie oefenruimtes in gemaakt. Eerst had ik één ruimte, maar wat bleek: alle bands wilden repeteren op woensdag. Toen heb ik er nog eentje bijgemaakt en later nog een. In het begin liep het niet helemaal zoals verwacht en heb ik nog wel eens gedacht: “waar ben ik aan begonnen?” Met de disco draaide ik meerdere keren per week, dus financieel gezien lukte het wel. En opeens gebeurde het: het begon te lopen, er kwamen steeds meer reserveringen. Er kwamen ook bands uit Edam en Purmerend en we konden de repetities meer en meer verdelen, zelfs op zaterdag en zondag. Het begon eindelijk zijn vruchten af te werpen.

Was je zelf ook bij de repetities?

Jazeker! Ik ging vaak kijken en deed weleens mee. Als er bijvoorbeeld een drummer of gitarist een avond niet kon, deed ik een uurtje mee. Ja ze waren vaak stomverbaasd, dat ik dat ook kon. Maar ik vind alles leuk, ook het bespelen van instrumenten. Al met al was het gewoon een erge leuke tijd.

Hoe lang heb je de oefenruimtes gehad?

Van 1986 tot 2012, 26 jaar. Op een gegeven moment vond men die oefenruimtes toch wel interessant. In de PX hebben ze toen de repetitieruimte, De Burchtzaal, opgestart. En de Nohol in Edam begon met eigen oefenruimtes. Dat werd allemaal dik gesubsidieerd. Vanaf dat moment liepen bij mij de reserveringen terug. De disco liep goed, daar ging ik mee door. Elk weekeinde verhuurde ik diverse setjes apparatuur op verschillende locaties. Op feesten en partijen, maar ook in kroegen op de dijk, voor optredens. In die tijd werd Joop Lansen mijn compagnon. We hadden een paar vrienden die ons hielpen om de spullen overal neer te zetten. Het was een drukke tijd. En 2001 begonnen we als gezin met Café Motje, dus het werd sowieso allemaal wel erg veel.

Heb je met Disco Jan Rab ook buiten de dorpsgrenzen gespeeld?

Eén keer ben ik met het 25-jarig huwelijk van een familie meegereisd naar Duitsland. De band De Kleintjes Pils was ook mee. Met twee touringcars met mensen en apparatuur reisden we af naar Duitsland. Verder was mijn werk hoofdzakelijk ín Volendam. In de Amvo, De Bowling, Spaander, De Groene, Van den Hogen. We maakten een heuse wereldtournee door Volendam. Ik kon meerdere keren per week spelen, overal waren bruiloften. En niet alleen ik, ook de andere disco’s. Soms stonden we samen in Spaander, in verschillende zalen. De bekende bands zoals Canyon, Fiësta, Emotion en De Kleintjes Pils hadden allemaal drie keer per week een optreden op een feest. Heden ten dage is dat maximaal één bruiloft in de maand. We hebben heel veel werk gedaan, maar het was een gouden tijd. En ik heb nooit rottigheid meegemaakt.

Je noemde Café Motje al, hoe is dat begonnen?
Café Motje was vroeger van Jan Kwakman (Mot), de opa van mijn vrouw Marie. Hij heeft het opgericht en zijn zoon, Thoom Kwakman (Mot), heeft het overgenomen. Daarna zijn er nog andere eigenaren geweest. Ik vond het altijd al een mooi pand. Marie en ik kwamen er vroeger af en toe. Toen het café te koop kwam, begonnen bij mij de ideeën op te komen. Zoals het ophangen van een tv-scherm, voor karaoke. Daarnaast had ik het idee dat mensen zich konden verkleden voor een karaokeoptreden. En ik wilde natuurlijk nog iets doen met al die spullen die ik had, daar zat al mijn geld in! Mijn zoon Jelle had er ook zin in. Met mijn plan ging ik naar Jaap Bond, de boekhouder. Hij zei dat als ik met een goed plan zou komen, de bank best mee wilde werken. En inderdaad, ze vonden het een goed idee. We kregen het geld en startten Karaoke Café Motje. Dit hebben we ruim 16 jaar gedaan, tot 2018.

Hoe was de start?

Het was niet allemaal leuk in het begin. Er was veel drugsgebruik. Dat heeft me toen wel een beetje de das om gedaan. Ik wilde er hard tegen optreden en heb overal camera’s opgehangen. Uiteindelijk is het gelukt om de overlast terug te draaien. De eerste vier jaren waren moeizaam. Ik had ook een fout gemaakt, want ik had de zijramen dicht gemaakt. Daardoor was het een donker hol geworden en dat was fout. Daarna heb ik de ramen open gemaakt en mensen kwamen daardoor makkelijker binnen. Het werd een café met een open uitstraling.

Hoe ben je bij het programma ‘Ochtendstemming’ gekomen bij L.O.V.E.- radio?
Daar ben ik al 30 jaar bij betrokken, vanaf het begin. Maar op een gegeven moment werd het te druk met de disco. Omdat er veel bruiloften op zondag waren, was het voor mij niet meer te combineren en ben ik tijdelijk gestopt. Henk van Montfort heeft destijds het stokje overgenomen. Totdat ik een jaar of 15 geleden werd gebeld door Ton Schilder van de LOVE. Of ik het programma met hem samen op zondagochtend wilde doen. Ik zei: “dat kan wel op zondag maar dan moet je me elke zondag wakker maken.” Motje draaide op dat moment namelijk op volle toeren. Soms was ik pas om 3:30 uur thuis. Zogezegd zo gedaan, elke zondag om 8:00 uur ging de telefoon. Ton: “Ben je er al?!” Dat is alweer vijf jaar geleden, want toen overleed Ton. Hij bleek acute leukemie te hebben en was binnen drie maanden overleden. We hadden het echt leuk samen.

Elk jaar in de week van 7 juni (datum van zijn overlijden) herdenk ik hem in het radioprogramma en draaien we een plaatje dat hij mooi vond. Aan mijn dochter Marian heb ik gevraagd of ze zijn plaats wilde innemen. Dat wilde ze wel! We draaien herkenbare vlotte muziek. We organiseren spelletjes voor de luisteraars thuis. Daar kunnen ze bijvoorbeeld een leverworst van Bakkertje, een slaatje van de Lutecks of een pizzastok van Baltus mee winnen. Het programma is voor alle leeftijden en de luisteraars vinden het leuk!

Wat doe je nu met al die vrije tijd?

In 2018 werd ik 65 jaar en in dat jaar heb ik weer een hartaanval gehad. Er werden twee stents bij me ingebracht. Het idee om te stoppen met Café Motje was er al. En toen vond er óók nog een vervelend akkefietje plaats in het café. De boel was kort en klein geslagen. De politie was snel ter plaatse, ze hadden mij ook geslagen. Alles zat vol bloed. Dan schrik je wel... Het was de druppel voor mijn gezin, het café ging in de verkoop. Ik wilde het niet hoor, want Motje was mijn leven. Het eerste half jaar had ik het erg moeilijk. Ik was in een gat gevallen.

Toch heb ik de tijd op verschillende manieren weer ingevuld. In Purmerend heb ik nog een loods waarvan ik de bovenverdieping verhuur aan een band uit Purmerend. Beneden heb ik een hobbygedeelte en een duivenhok gemaakt. Elke dag ga ik naar de duiven toe. Dan geef ik ze voer en laat ze vliegen. Ze komen zelf weer terug. Het zijn een paar jonge sierduiven en ik heb ze nu ongeveer een jaar. Vroeger in Soest en boven Motje had ik ook duiven.

Het volleyballen kwam op mijn pad. Met de ploeg spreken we elke zaterdag af in Café Ome Jan (voormalig Café Motje). Daarnaast heb ik nu mijn duiven en wandel ik elke dag over de dijk voor een praatje. Ik breng veel tijd door met mijn kleinkinderen en het radioprogramma ‘Ochtenstemming’ bij L.O.V.E.-radio vergt veel voorbereiding. Het heeft even geduurd, maar ik heb mijn draai gevonden.

Door Denise de Boer