Drie meiden, één doel: de Volendammer klederdracht terug in het straatbeeld brengen

11-07-2016

Lia Veerman, Yoni Runderkamp en Simone Brinkkemper ontdekten ieder op hun eigen wijze hun passie voor de klederdracht en leren nu bovendien om deze zelf te maken. Yoni en Lia zijn daarnaast in kostuum tijdens hun werk voor Experience Volendam, de nieuwe, moderne museum-achtige attractie op de dijk. Hierbij speelt het Volendammer goed een centrale rol. Alle drie benadrukken de meiden het belang en de waarde van de klederdracht en het feit dat deze traditie niet verloren mag gaan. Om die reden proberen ze zoveel mogelijk kleding, sieraden en andere dingen te verzamelen om tentoon te stellen en ook vooral zelf te dragen. Simone: “De klederdracht is veel meer dan alleen een kostuum waar een toerist mee voor een camera poseert.”

Allereerst, van wie zijn jullie er ien?

LV: Ik ben Lia Veerman en ik ben 24 jaar. Mijn moeder is Rina Veerman Sik, dochter van Jan Sik en Grietje Stap, en m'n vader is Peter Veerman Lut, zoon van Siem Lut en Maart Ballap. Ik studeer geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en in het kader daarvan loop ik momenteel stage bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie in Amsterdam. Daar doe ik onderzoek naar de onderduik in Nederland. Verder volg ik nog een minor kunstgeschiedenis en houd ik mij in mijn vrije tijd graag bezig met oud-Volendam en de klederdracht.

SB: Ik ben Simone Brinkkemper, 24 jaar en dochter van Nico Brinkkemper van Dick Brinkkemper en Alie Doede. Mijn moeder is Lydia Kwakman van Trijn Bootsman en Sijmen Kwakman, de oude havenmeester. Ook ik studeer, namelijk geneeskunde, en ik interesseer me voornamelijk voor de ouderengeneeskunde dus uiteindelijk zou ik graag specialist ouderengeneeskunde worden. Ik werk nu ook al in het bejaardentehuis. Eén van m'n hobby's is zingen, dit heb ik van jongs af aan gedaan bij de Zangertjes van Volendam en nu bij het Volendams operakoor en daardoor ben ik natuurlijk al vroeg in contact gekomen met de Volendammer klederdracht.

YR: Mijn naam is Yoni en ik ben 25 jaar oud. Mijn vader is Wim Runderkamp (Mepper) van Klaas Runderkamp en Pietje Bont en mijn moeder is Joke Molenaar. Mijn moeder is al jaren actief voor de Alleenstaandenclub waar veel alleenstaande vrouwen lid van zijn. Mijn vaders opa was Willempie de slager op het Noordeinde. Ik heb in Delft de studie industrieel ontwerpen gevolgd en mijn interesse in de Volendammer klederdracht werd gewekt toen bekend werd dat de plannen voor de Experience op de dijk gerealiseerd zouden worden. Van het begin af aan liep ik al met het idee rond om de klederdracht te verwerken in souvenirs.

LV: Je moet er wel even bijzetten dat ze toen al wel twee poppen voor het raam had staan.

YR: Haha, nou daarvoor had ik er niks mee, ik ben er ook niet echt mee opgegroeid. Maar eigenlijk sinds een jaar ben ik er echt ingedoken en ik vind het geweldig. Ik wil graag een heel nieuw soort souvenir maken met als inspiratiebron het Volendams kostuum.

Als je denkt aan Volendammer klederdracht, wat is dan het eerste waar je aan denkt?

YR: Als ik voorheen aan de klederdracht dacht, dacht ik echt aan het bontje met het kletje en de kralap. Ik dacht dat het een soort kostuum was, maar dat is het helemaal niet, het is een dracht. Het heeft zoveel verschillende elementen en patronen en daarom wilde ik het ook graag zelf maken. Om echt die stoffen te kunnen voelen en die patronen te zien. Wij hadden het er laatst nog over dat we nu echt kunnen kiezen wat we mooi vinden. Terwijl hiervoor kon ik de ene kralap niet van de andere onderscheiden en dacht ik dat dat allemaal hetzelfde was.

SB: Ik heb altijd bij de Zangertjes gezeten en moest daarvoor dus altijd in het Volendams. Mijn oma maakte dat allemaal en ik vond het zonde als dat weg zou gaan, omdat de jongere generatie dat niet meer zou kunnen. Om die reden ben ik twee jaar geleden ook op naailes gegaan, zodat ik daarna Volendammer pakken zou kunnen leren maken. Ik vind dat prachtig om te zien, als je hele gezinnen in dracht ziet lopen, ook met de kinderen erbij. Dus toen ik de advertentie in de Nivo zag staan van Aaf Steur-Sombroek (Cas) voor deze les heb ik direct Yoni gebeld en die was ook gelijk enthousiast.

LV: Toen ik vier jaar oud was mocht ik voor het eerst mee in het Volendams op Volendammerdag. Eigenlijk heb ik op deze dag twee keer een ‘trauma’ opgelopen waardoor ik mij de dag nog vrij goed kan herinneren. We verzamelden bij mijn oma Stap en van daaruit ging de rest van mijn gezin naar de kerk, maar ik mocht niet mee en begreep niet waarom. Een jaar later riep ik mijn moeder nog eens op het matje: “Waarom mocht ik toen niet mee toen jullie met die witte petten op?” Mijn moeder had in eerste instantie uiteraard geen idee waar ik het over had. Naderhand begreep zij dat ik dus beledigd was omdat ik alleen bij mijn oma moest blijven. Later die dag bezochten mijn ouders de ‘Volendammer bruiloft’ die in 1995 onder aan de dijk was georganiseerd. Hier lag mijn ‘nun’ met doekje op tafel en na het eten van paling veegde een man hier zijn aalhanden aan af. Ik was zeer verontwaardigd en zat vervolgens de rest van de dag met dat stinkdoekje opgescheept. Dat ben ik dus nooit vergeten haha! Gelukkig waren de foto's uit die tijd wel erg mooi. Mijn moeder heeft bovendien vroeger altijd in het Volendams gelopen, omdat ze bij fotograaf Karels werkte. Ze is altijd heel zuinig op haar spullen geweest en heeft echt liefde voor de Volendammer klederdracht. Voordat ik bij de Experience kwam werken lag er bij ons thuis in het schuur al jaren een tasje met hullen die ze altijd nog had willen laten stijven. Maarja, daar moet je dan even achteraan en dat komt er maar niet van. Zo raakte ik er met mijn moeder over in gesprek. Niet veel later zag ik op Yoni's Facebook-pagina een vacature voor de Experience waar bij stond dat je in kostuum zou zijn. Dus ik vroeg meteen aan m'n moeder of die dan een Volendammer pak voor me had en heb ik gesolliciteerd.

Vervolgens kwamen wij dus bij Aaf Steur-Sombroek en Liesbeth Woestenburg-Tol van de Stichting Klederdracht Volendam terecht, want zij maakten de kleding voor alle werknemers van de Experience. Dat was namelijk het eerste dat werd vastgesteld bij het initiatief ervoor, dat iedereen in het Volendams zou gaan. Het bleek dat zij heel blij waren als je zelf iets had dat ook goed paste, want veel van de stoffen zijn niet meer te krijgen dus de stoffen zijn schaars. Ook is het veel werk als iets echt helemaal nieuw gemaakt moet worden. Nu zijn wij ons daar dus steeds meer in gaan verdiepen en weet je steeds beter wat je wel en niet mooi vindt. Ik had bijvoorbeeld een dasje gekregen dat zo mooi gehaakt was, dat ik dacht 'ik wil dit zelf kunnen'. Toen zei Liesbeth dat als ik dat zou willen, ik elke dinsdag bij haar zou kunnen komen zitten. Daarna verscheen inderdaad dat artikel in de Nivo waarin Aaf en Liesbeth ook schreven dat dit ambacht over 10 jaar weg is. Ten eerste, omdat niemand het meer kan maken, maar ook omdat er nog maar weinig mensen in geïnteresseerd zijn. Bepaalde onderdelen zullen niet bovendien meer gemaakt worden, omdat er geen vraag meer is naar die stoffen. Ik wilde me daar wel voor gaan inzetten en heb hier en daar laten vallen dat ik op zoek ben naar Volendammer kleding en stoffen. Dat heeft er voor gezorgd dat wij van meerdere mensen al hele mooie spullen hebben gekregen. Hier zijn wij hen ontzettend dankbaar voor!

Zelf ben ik nu begonnen met simpele dingen, zoals leren haken, een lagetje op een kletje zetten en een rok in de rijg leggen. Dat soort dingen komen nu ook op je pad tijdens mijn werk bij de Experience. Bijvoorbeeld wanneer ik een rok had gedragen die daarna weer in de rijg moest. Nu kon ik dat dus mooi zelf leren. Al kom je er snel genoeg achter dat het allemaal niet zo gemakkelijk is. Als je kunt haken, betekent dat nog niet dat je mooi een dasje kunt haken. Om een betere basis te hebben, heb ik afgelopen Sinterklaas een naaimachine gekregen en ben ik, net als Simone, eerst begonnen met leren naaien.

SB: Met sommige dingen is dat wel makkelijk, die kun je dan gelijk doen. Maar het is ook veel handwerk dat je dus alsnog moet leren.

YR: Aaf vroeg aan ons wat we wilden maken. De Stichting krijgt af en toe wel dingen en toen had ze voor mij een heel mooie rouwboezel met een kralap erbij. Ik vroeg of we dat helemaal uit elkaar konden halen, konden wassen en dan weer in elkaar konden zetten. Nou, dat kon! Ik ben dus rustig met m'n eigen pak aan de slag gegaan en alles wat ik zelf kon heb ik zelf gedaan. Zo heeft ieder haar eigen project.

LV: Ik zit normaal op dinsdag bij Liesbeth maar we zitten ook wel eens met z'n drieën op vrijdagavond bij Aaf thuis. Yoni was toen bezig met haar kralap maar je hebt naast dat stukje zijde met de bloemen erop ook dat stukje katoen dat eromheen zit, de banden die eraan gezet moeten worden en het blauwe lint met het aggelement. Kortom: best veel werk.

Met hoeveel jaar brengen jullie de gemiddelde leeftijd omlaag bij de groep mensen die dit kan of wil leren?

YR: Ik denk wel dat wij de enige drie zijn van onze leeftijd.

LV:  Er zijn wel meerdere mensen die handwerken voor de stichting, waar ook één wat jongere vrouw bij zit. Voor de rest zijn het eigenlijk alleen ouderen. Daarom is het nu het moment om nog gebruik te maken van hun kennis en kunnen. De moeder van de Loeges, de vissers uit de soap, maakte bijvoorbeeld altijd supermooie eb-en-vloedtruien. Zij is ondertussen al op leeftijd en ik zou dolgraag nog van haar kennis en ervaring gebruik willen maken. Maar dit geldt ook voor Aaf en Liesbeth, ik kijk er elke keer naar uit als ik er heen mag.

Voor wie wordt die kleding allemaal gemaakt, behalve voor jullie?

LV: Voor mensen van buiten Volendam, bijvoorbeeld voor volksdansgroepen. Maar ook voor de leden van het VOK, van het Korps, mensen die in de toeristensector werken. En natuurlijk mensen die meedoen aan Volendammerdag, die laten dan dingen opknappen en dergelijke.

SB: En ook op verzoek. Mijn neefje wilde bijvoorbeeld een pak hebben.  

YR: Ze hebben het ook wel druk. En onze voorspelling is ook dat het wel weer terugkomt, de animo voor de klederdracht.

LV: Ik merk dat ook in mijn omgeving. Als ik op zondag na mijn werk wel eens een verjaardag heb ga ik daar heen in mijn pak en elke keer gaat het dan gewoon de eerste twee uur over Volendammer goed, want ze vinden het allemaal grappig. Ze vinden ook dat ik de nieuwe mascotte van Volendam moet worden. Ik zou dat zo doen, alleen zegt mijn vriend dan onze verkering uit haha. Als hij ooit eerder dood gaat dan ik, ga ik voor de rest van m'n leven in pak. Maar ondertussen willen al een paar van mijn vriendinnen, mijn zussen, mijn zwagers en mijn vriend ook een pak. Zij gaan met Volendammerdag allemaal mee.   

SB: Ik ben ook voor mijn vriend een pak aan het maken. 

LV: Kijk dat bedoel ik. Als je er iets bij vertelt, een paar van die anekdotes over oud-Volendam, dan vinden Volendammers het erg grappig dat ze ontdekken dat de mentaliteit van de mensen hier onveranderd is ten opzichte van vroeger. Dat eigenwijze, dat veel te hard werken en elkaar de ogen uitsteken, dat is nog steeds hetzelfde.

YR: En om dat terug te brengen naar de klederdracht, daarin merk je dat ook. Dat vind ik eigenlijk nog het leukste eraan, dat je ontdekt hoe het ontstaan is en verder is ontwikkeld. Je had in de jaren '30 van de vorige eeuw bijvoorbeeld Turmac-sigaren en daar kon je toen stickers/lapjes bij sparen met borduursels erop. De mensen hadden natuurlijk geen internet of tijdschriften dus daar haalden ze dan patronen vandaan. Of men ging op zondag naar de kerk toe en als ze dan een mooi patroontje zagen dan tekenden ze dat na.

LV: Eentje begint er dan mee en dan even later loopt iedereen ermee. Mensen probeerden zich ook te onderscheiden of te laten zien dat ze geld hadden door hun slot een extra laagje dikker te maken of door kleine rode bloedkoralen in hun gouden slot te verwerken. Zo hadden ze, ondanks dat iedereen hetzelfde aan had, toch net weer even wat anders en wat mooiers dan een ander. 

YR: En net zoals nu de jongeren flaneren over de dijk deden ze dat vroeger ook. Dat je echt denkt 'hoe is het mogelijk?'

LV: Mensen vinden het ook gewoon leuk om dat soort dingen te weten te komen, want het blijft toch je afkomst. Alle Nederlanders zijn gek op

“En net zoals nu de jongeren flaneren over de dijk deden ze dat vroeger ook. Dat je echt denkt: ‘hoe is het mogelijk?’”

Volendam en ook buitenlanders kennen het. Maar Volendammers gaan vrij laks om met hun status als Hollands symbool.

YR: Als een toerist vraagt waarom Volendam bekend is weet ook bijna niemand dat. Ze weten bijvoorbeeld niet dat de Volendammer klederdracht mede door de schilderkunst internationaal bekend is geworden. Wel is Volendam natuurlijk onlangs door de Palingsound ook weer extra op de kaart gekomen.

SB: Mensen denken bovendien dat de klederdracht bestaat uit die rode rok en dat zwarte pak, terwijl er zoveel soorten zijn. En ook al die verhalen erachter, waarom ze het ene pak op zaterdag droegen en het andere als in je in de rouw was en hoe lang je dat dan weer droeg. Of hoe oud je was als je bepaalde dingen aanhad of met je communie of vormsel. Overal zat een reden achter. Zo mocht je nooit een rode rok dragen als je nooit getrouwd was geweest.

YR: En daarbij ook de overlap met het geloof en hoe dat ermee in verbinding staat. Alle kleuren die in de rode rok zitten hebben een eigen betekenis.

SB: Dat moeten we daarom zien te behouden. Dat het kostuum niet iets is waar een toerist mee voor een camera poseert maar dat het gewoon echt een betekenis heeft. 

LV: Wij merken nu ook al wel met de Experience dat mensen geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van Volendam en de klederdracht. Maar het duurt niet meer zo heel lang en dan zijn de mensen er niet meer die de klederdracht echt nog hebben gedragen en er mee zijn opgegroeid. Dat is binnen 10 jaar ongeveer wel afgelopen.

SB: Waar wij dus voor willen waken is dat mensen gaan denken dat die oude kleding wel weg kan. Al die stoffen en kledingstukken zijn voor ons heel waardevol.

YR: Mijn tante heeft veel klederdracht van m'n oma gekregen en m’n oma maakte alles zelf. Nu ik er wat meer vanaf weet heb ik de verschillende kledingstukken van m’n oma beter bekeken en dan zie je gewoon dat mijn oma dat erg goed en erg mooi kon. Alles was zo fijn gemaakt. Ik vind het heel bijzonder om op die manier kennis te maken met de oma die ik nooit heb gekend.

SB: De meesten leerden het van hun moeder maar de moeder van mijn oma ging jong dood en toen moest mijn oma het voor het hele gezin maken. Toen zei de buurvrouw 'als je de broek uithaalt, dan weet je ook hoe ie in elkaar moet'. Dan moet je het jezelf maar aanleren. En uiteindelijk kon ze alles maken.

LV: Je merkt ook vaak als je gezinnen spreekt dat ze zeggen: “Ik borduurde de bontjes en m'n zus  maakte de dasjes.” Iedereen ontwikkelde een eigen specialiteit. Lang niet iedereen kon kralappen borduren dus op een gegeven moment was het zo dat je naar die moest om je hullen te laten stijven en bij die je kralap moest laten borduren, want die kon dat het mooist. Zo zijn er talloze verhalen en hoe meer je er hoort hoe meer je erin raakt verweven. Vooral Aaf zit vol kennis. Zij en Liesbeth geven met de stichting ook wel eens demonstraties bij musea of hier onlangs bij de Visafslag.

Maken jullie bij het maken van de kleding echt nog gebruik van de oorspronkelijke technieken?

SB: Jazeker, we doen maar een paar dingen met de naaimachine. Dingen die echt stevig moeten zijn, zoals mouwen en dergelijke. Maar alle knoopsgaten gaan handmatig, met naald en draad. Dat mocht van Aaf ook niet met de naaimachine, haha! Dat is natuurlijk ook leuker, dat je echt ziet hoe dat wordt gedaan. Klederdracht is erg mooi afgewerkt, je ziet nergens een naadje lopen. Wij leren ook hoe we dat moeten doen.

LV: Dat is wel leuk met de kralappen en de stikkies. Er is een vrouw, Marietje Sier, die supermooie kralappen kan maken. Zij is daar zelf een tijdje geleden mee gestopt, maar wilde het mij nog wel leren en ik wist dat zij dat deed met een gewone naaimachine. Maar toen ik in Amsterdam kwam om een naaimachine te kopen zeiden ze dat de kralappen niet met een gewone naaimachine geborduurd konden worden en dat ik een borduurmachine moest nemen. Toen ik wegging had ik per ongeluk mijn kralappen daar laten liggen dus kon ik weer terug. De verkoopster kwam toen naar mij toe met de mededeling dat haar broer, die al 50 jaar naaimachines verkocht, nu wel aanwezig was en had gezegd dat het wel mogelijk was om met een gewone naaimachine iets ter grootte van een kralap te borduren, maar dat er geen sterveling meer op Aarde was die dat nog zou kunnen. Ik dus uiteindelijk met een gewone machine de deur uit in plaats van een computermachine die automatisch borduurt. Deze man had duidelijk nog nooit kennis gemaakt met onze Volendamse vakvrouwen! Binnenkort ga ik dus leren om de kralappen te maken met een gewone naaimachine.  

YR: En als je je realiseert dat het allemaal handmatig is gemaakt valt ook op dat het misschien lijkt alsof de voor- en de achterkant van de kralap precies hetzelfde zijn, maar als je goed kijkt zijn ze toch net even anders.   

SB: Dat is natuurlijk de charme ervan, dat het met de hand is gemaakt en daarom uniek is. Niet iets dat je in een computer hebt ingevoerd maar echt dat authentieke.

Lia heeft er al iets over verteld maar wat merken jullie van de reacties op jullie nieuwe hobby?

SB: Nou wij waren met een aantal familieleden in het Volendams op de dijk en de vrienden van mijn broer zaten in de Dijk. En één van z'n vrienden zei ook: “Als ik dit had geweten was ik ook in het Volendams gegaan.” En ook mijn vriend wilde nu wel een pak, omdat hij niet als enige in z'n normale kleren daartussen wil staan. Dus ik ben nu een heel pak voor hem aan het maken. Je merkt dus wel dat hoe meer mensen het doen hoe meer dat ook weer andere mensen aanspoort om het te doen. Dan zien ze hoe mooi het is.

LV: Ik vind gewoon dat alle Volendammer jongeren een Volendammer pak in de kast moeten hebben en één dag in het jaar moeten ze dat dragen uit respect en herinnering naar hun voorouders toe.

SB: Het idee onder jongeren is nog steeds dat alleen oude mensen erin lopen maar als ze zien dat hele gezinnen het dragen dan staan ze misschien meer open voor het idee. Dan zien ze dat het leuk is.

Jullie hadden het net over specialisaties. Hebben jullie zelf al favoriete onderdelen?

SB: Ja, ik ben echt van het borduren. Het fijne handwerk.

LV: De kralap en de stikkies vind ik het allermooist. Ook dasjes leren haken vind ik erg leuk.  

YR: Ik vind het wel leuk om te maken maar het meest fascinerend voor mij is het leren over waar het vandaan komt en hoe het ontwikkeld is. 

LV: Ja, jij kijkt natuurlijk naar het ontwerp.

YR: Die ontwikkeling van de klederdracht vind ik leuk. Niet van een specifiek onderdeel, maar van de dracht in het geheel.

Wat zouden jullie willen meegeven aan de jeugd over het belang van de klederdracht?

YR: Wij hadden bij de Experience een groep 7 op bezoek van een Volendammer school om de tour de doen. We stonden in de eerste ruimte en daar is onder meer een oma te zien die haar kleindochter leert handwerken. Toen vroeg de dame die de rondleiding gaf of iemand wist hoe dat witte ding heette dat dat meisje op haar hoofd had. En helemaal niemand wist daar het antwoord op. Dat vond ik best erg.

Afgelopen zomer was ik in Amerika op bezoek bij het Johnny Cash-museum. Mensen gaan daarheen voor Johnny Cash. Het thema van de Experience is de watersnoodramp maar zoiets heb je wel op meerdere plaatsen gehad, zoals in Zeeland. Maar de klederdracht is uniek, dat is onze Johnny Cash. Dat moeten we centraal stellen. En toen dat gebeurde met die klas dacht ik we moeten de scholen er ook bij betrekken. Misschien is het een leuk idee om een lessenpakket voor de scholen te ontwikkelen. De invulling hiervan kan op allerlei verschillende manieren.  

LV: Voor onze generatie is het nog zo dat onze oma's of bappies nog in het Volendams liepen en dat je dat hebt meegekregen. Maar voor de generatie die nu op de basisschool zit geldt dat niet dus het verwatert snel. Net als de betekenissen die er allemaal achter zitten. 

YR: Vooral ook omdat er zo'n binding is tussen de klederdracht en het geloof vind ik het best kwalijk dat een katholieke scholengemeenschap hier niks over onderwijst.

Wat krijgen jullie bij de Experience zoal van mensen om tentoon te stellen?

LV: We hebben al vele poppen gekregen van mensen, want dat was toen hip.

SB: En het is nog steeds hip, want ik krijg er ook twee in mijn huis!

LV: Ik heb twee poppen gehad van iemand die ze wel wilde weggeven maar niet als ze vervolgens zouden worden doorverkocht aan buitenlanders. Dus die vroeg of ik er een mooie bestemming voor wist. Daar zijn we bij de Experience enorm blij mee. We zijn altijd op zoek naar dingen om tentoon te stellen. Bijvoorbeeld een zondags pak met een blauwe band met een bijpassende kralap en stikkie of een trouwpak met een rode rok. Wij voelen ons hier zo bij betrokken en willen dat ook graag overbrengen als wij hier bij de Experience staan. De één heeft nog geen rouwpak en de ander zou nog graag een trouwpak willen. De kleding die we ontvangen wordt dus echt gebruikt, dan wel door onszelf dan wel door het tentoon te stellen. Graag zouden we de ontwikkeling willen laten zien van de klederdracht met de verschillende soorten kleding. Bijvoorbeeld hullen of klapstukken. Ik heb nu klapstukken gehad met munten uit 1793. Mensen die dat nu nog kopen krijgen Julianaatjes of Wilhelminaatjes, het is dan prachtig om ook die hele oude te kunnen laten zien.

YR: We hebben hier ook een babypop dat een doopkleed draagt van 100 jaar oud en het hele doopverhaal erachter is ook erg bijzonder. Dopen was vroeger een veel grotere gebeurtenis dan nu. Het kindje werd op de dag van de geboorte gedoopt en dan moest het met de meter mee langs de hele familie. Dat was naar een oud Germaans gebruik waarbij het dan zo was dat als het kindje zwak was, dat het maar beter de eerste dag dood kon gaan zodat de moeder zich er nog niet aan kon hechten. En als het de tocht overleefde was het blijkbaar een sterk kindje. Maar het mocht alleen op de begraafplaats als het gedoopt was. Ook bijzonder is dat in de doopkleding de meeste diversiteit in stofgebruik is te vinden. Het was altijd wel een soort bloemetje maar wel altijd verschillend. Er zijn nog heel veel van dit soort kleedjes in omloop in Volendam.  

LV: Heel veel mensen hebben dat soort dingen nog op zolder liggen en daar gebeurt nu niks mee. Of het nu zo'n kleedje is, een trouwpak of iets anders. Soms ook nog in prachtige kwaliteit. Vaak willen de kinderen het niet hebben, omdat ze er niks mee hebben. Wij zouden het jammer vinden als dat vervolgens verloren zou gaan, omdat wij het graag zouden willen gebruiken om zelf te dragen of aan te trekken bij een pop. De oorspronkelijke, authentieke stof voor de rode rok bestaat bijvoorbeeld niet eens meer. Dus ook losse stoffen zijn welkom.

SB: En het hoeft ook niet per se in goede staat te zijn. Al zit er een scheur in, dan kunnen we het nog wel vermaken of het opknappen. Alles wat met Volendammer kleding te maken heeft, al is het een doosje garen, willen we graag hebben.

LV: Waar mensen bijvoorbeeld niet zo snel aan denken is dat ze wellicht nog knopen in hun naaimandje hebben liggen. Die knopen voor blempies of een gestreepte baai worden niet meer gemaakt. Maar ook blauw lint of lagetband is zeer welkom. Artikelen die versleten zijn of waar gaten in zitten kunnen we ook gebruiken. Eigenlijk zijn wij geïnteresseerd in alles wat oud is. Een oude tafel, een tafelkleed, doopboekjes, plaatjes, bijbelboekjes, noem maar op. Sieraden zijn ook van harte welkom. In de Nivo staat elke week een oproep voor de bloedkoralen, waarvan wij weten dat deze worden doorverkocht aan Chinezen en Japanners. Alleen daarbij worden de sloten vernietigd als oud goud. Maar er is niemand meer die deze sloten kan maken. Dus iedereen die zo’n slot met kralen verkoopt is deze voorgoed kwijt samen met een stukje Volendammer cultuur. Dus als er mensen zijn die graag hun slot met kralen willen verkopen maar die er wel waarde aan hechten dat het in Volendam blijft en dat het gedragen wordt, dan hebben wij daar interesse in. Het zou immers zonde zijn als ze ooit allemaal verdwenen zijn.

YR: Wij verzamelen alles dat te maken heeft met de kleding maar ook met het geloof en de cultuur. Als mensen twijfelen kunnen ze ook altijd even langskomen bij de Experience op de dijk om het te laten zien. Een oude koffiepot of een gortemetiel zetten we bijvoorbeeld in het authentieke keukentje en een oud lakentje of bontje leggen we in de kast. Voor vrijwel alles weten we een goede bestemming en op die manier kunnen we het aan de mensen laten zien. Dus als er nog mensen zijn die  Volendammer kledingstukken hebben liggen en er niks meer mee doen of het graag zouden willen schenken zodat er nog iets mee gedaan wordt, dan zouden wij het heel graag willen hebben. We hopen het zo weer te laten leven onder de mensen, zodat dit stukje Volendammer cultuur bewaard blijft en niet verloren gaat.

Zoek je nog een mooie bestemming voor jouw oud-Volendammer spullen? Neem dan snel contact op!

Lia Veerman: 06-23790302

Yoni Runderkamp: 06-53196071

Simone Brinkkemper is regelmatig te vinden in Sint Nicolaashof, dus spreek haar vooral aan!  

Door Janine Veerman