Muzikant een leven lang

In het extra Bedakkertje van april stond het interview met Jack Veerman (Dekker). Jack nam 9 juni 2018 afscheid in de Jozef met de Mon Amourband. Leeftijd, gezondheid, meer aandacht voor zijn (klein)kinderen en zijn ‘mon amour’ waren de voornaamste redenen om te stoppen. We zetten Jack Veerman in het zonnetje. 

Interview Jack Veerman (Dekker) 11 april 2018

9 juni 2018 is het laatste concert van de Mon Amour band. Na elf jaar stoppen ze op het hoogtepunt. Het laatste concert vindt plaats in het Sint Jozefgebouw in Volendam. We blikken terug met Jack Veerman (Dekker), oprichter van de Mon Amour band en voormalig drummer van BZN.

Jack Veerman is 64 jaar en getrouwd met Nel Veerman en vader van 3 dochters: Tiny, Marie en Afra.

Hoe is de Mon Amour band tot stand gekomen?

Op 16 juni 2007 werd het laatste concert van BZN gespeeld in Ahoy. Ik was toen 52 jaar en had 35 jaar in BZN gespeeld. Toen Jan Keizer aangaf te band te verlaten waren we bezig met de tournee '40 jaar BZN'. Daarna volgde een afscheidstournee. Hierdoor had ik twee jaar de tijd om te bedenken wat ik wilde gaan doen. Ik was nog niet 'klaar'.

Tijdens de afscheidstournee (2006-2007) merkte ik dat het publiek het erg jammer vond dat we stopten. Toen kreeg ik het idee, om net als voor The Cats, een BZN tribute-band te beginnen. Ik heb daarvoor de beste mensen in mijn omgeving benaderd. Linda Schilder voor zang, Daniël Metz speelt onder andere accordeon, trompet, toetsen en synthesizer. Een geweldige muzikant. Hij woont op Ameland, maar had de reistijd ervoor over. Jan Sombroek was al jaren een vriend van me, gitarist in hart en nieren. Hans Keizer als toetsenist en Nico Stein, een veelzijdig gitarist.

Voor de zang had ik ook Johan Keizer gevraagd maar het bleek voor hem als advocaat uiteindelijk niet te combineren. Toen hebben we Peter de Haan benaderd. De kleur van zijn stem past goed bij die van Linda. En met die samenstelling treden we nog steeds op. De Mon-Amour band bestaat nu bijna elf jaar.

Wat is er in de afgelopen elf jaar veranderd?

We begonnen met het BZN-repertoire, dat was ook de opzet. Voor mij was BZN nog niet klaar en bovendien hadden de fans verdriet om het afscheid. Dit hebben we een aantal jaren gedaan, met gedeeltelijk succes. We merkten dat het te vroeg was voor een tribute-band, de fans waren er nog niet aan toe. In het geval van The Cats kwam 30 jaar na dato een tribute-band. Daar waren de fans er wel aan toe.

Wat was je verwachting van de Mon Amour band?

Ik dacht dat wij het gat dat was ontstaan konden opvullen. Er heerste verdriet bij de fans. In het begin speelden we in feesttenten, sporthallen en grote zalen. Daarna gingen we de theaters in en dat beviel beter. Toch waren we na twee jaar toe aan iets anders. Er stond een artikel in de Nivo over The Cats, over de palingsound van 50 jaar geleden. Toen kwam het idee om de tribute helemaal los te laten en ons te richten op 50 jaar palingsound. Met nummers van BZN, The Cats, Maribel, Jan Smit, Alles, Leftside enzovoorts. We gebruiken hiervoor ook de originele videoclips. Dit is uniek in Nederland. Tussen de wissel als BZN tribute-band naar '50 jaar palingsound' hebben we een jaar niet gespeeld. Je moet als band namelijk werken met een zogenoemde click-track (Een digitaal apparaat geeft het tempo aan van een nummer door middel van een click. De click zorgt ervoor dat je strak in de maat blijft spelen, red). In 2014 begonnen we weer met spelen. Het was heel wat anders, maar het voelde gelijk goed. Bij ons én bij het publiek. We speelden veel meer in theaters waar we nummers van alle artiesten die Volendam heeft voortgebracht ten gehore brachten.

Wat kun je vertellen over de term 'Palingsound'?

Deze benaming is bedacht door DJ Joost den Draaier (artiestennaam van Willem van Kooten). Om nummers gedraaid te krijgen nam de toenmalige manager van de Cats Jan Buijs (Tuf) gerookte paling mee naar de radiostations. Dus bedacht Willem van Kooten de naam Palingsound. Aan het begin van onze theatershow vertelt Willem van Kooten over het ontstaan van de palingsound. Over The Cats, BZN, Next one enzovoorts. Hartstikke leuk dat Joost Den Draaijer, die deze term heeft bedacht, onze show opent.

Jij bent hét gezicht van de Mon Amour band. Hoe is dit voor jou?

Aan de bekendheid was ik gewend. Voor jezelf wil je daarom dat alles perfect is.
De beste mensen die ik kende wilde ik erbij hebben en dat is goed gelukt. We kregen meteen lovende reacties. In de Mon Amour band werken we met meer muzikanten dus eigenlijk kunnen we de bestaande nummers nóg mooier maken. Met promotie van een single of album was het zo dat ik overal voor gevraagd werd. Dat werk had ik eigenlijk meer willen verdelen. Al snel merkte ik dat radiostations er de voorkeur aan gaven dat ik er ook bij aanwezig was.

Toen BZN stopte was het voor jou nog niet klaar. Hoe is dat nu?

Inderdaad, ik was nog niet klaar om te stoppen (ik was 52 jaar). Maar ik ben drummer, geen zanger. Dan is het toch lastiger om iets draaiende te houden. Nu heb ik wel het gevoel dat het klaar is. Dat heeft ook met mijn gezondheid te maken. Eerst heb ik twee zware rugoperaties gehad en daarna een open-hart-operatie. Daar kwam bij dat ik rondom de Mon Amour band veel zelf moest doen omdat alle anderen er nog een drukke baan naast hebben. Daarbij valt te denken aan het repertoire, contacten, repetities, het organiseren van een dvd-opname en studio- opnames.

Maar toen kwam het moment dat ik écht rustiger aan moest doen. De hartoperatie is vijf jaar geleden. In juli 2017 heb ik aangegeven te stoppen met de Mon Amour band. Ik had verwacht dat de band door zou gaan en ik er zijdelings bij betrokken zou blijven. Er was verdeeldheid in de band over het wel of niet blijven bestaan van de Mon Amour band. Er is besloten niet verder te gaan, wat ik heel jammer vind. Ik heb er nu vrede mee, we stoppen op een hoogtepunt. We hebben prachtige dingen met elkaar gedaan. Waaronder vier cd's uitgebracht en twee dvd's. Het was een mooie promotie: twee uitzendingen bij omroep MAX.

9 juni 2018 is het laatste optreden. Dan heb ik, naast het feit dat ik dan bijna 65 ben, 50 jaar in een tourbus gezeten.

Een muzikant stopt nooit helemaal, wat ga je nu doen?

Ik heb een nieuw project samen met Jaap de Witte (voormalig gitarist van 3J’s) en oud-collega Dick Plat (voormalig toetsenist bij BZN). Wij schrijven en produceren nummers voor een nieuw duo. We hebben er heel veel zin in. Voor mij is het vooral belangrijk dat ik niet meer 's middags om 15:00 in een busje stap en de volgende ochtend om 4:00 terug ben. Daarnaast mag ik weer samenwerken met twee hele leuke collega's Jaap en Dick.

Wat ook leuk is;

Door Evert Veerman (Jassie) ben ik gevraagd om mee te doen aan een avondvullend programma met 'Veermannen'. We stonden uiteindelijk met 14 mensen op het podium, erg leuk om te doen. Dat zijn dingen waarin ik nooit tijd kon steken.

Ook ben ik gevraagd om mee te doen met de 'Vrienden van PX' op 21 april. Het leuke daarvan is dat er een hereniging plaatsvindt met Jan Tuijp en Carola Smit. We zullen twee BZN stukken spelen.

Wat is het leukste wat je met de Mon Amour band hebt meegemaakt?

De laatste DVD opname in Stadskanaal. Deze is opgenomen met zeven camera's. Daarop hebben we eindelijk kunnen laten zien waartoe we in staat zijn. Alles klopt. Het is een DVD geworden met 2,5 uur muziek uit Volendam met prachtige beelden. Daar ben ik trots op! Het is een prachtig document geworden.

Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met muziek?
Muziek kregen wij bij ons thuis met de paplepel ingegoten door mijn vader Thoom Dekker. Hij was dirigent van de fanfare en speelde trompet, klarinet en saxofoon. Ook was hij oprichter van de EVO Band. Wat mij is bijgebleven is het geluid als mijn vader op zijn trompet speelde. Hij was de grote gangmaker van de Dekkers. Met 9 van de 13 kinderen in het korps. Vier in het tamboerkorps en vijf in het fanfarekorps.

Toen ik aangaf te willen drummen, stimuleerde hij dat meteen. "Wil je drummen? Dan ga je nu op les." Dus ik werd naar drumles gestuurd in Amsterdam en moest daar ook noten leren. Dat was eigenlijk mijn bedoeling niet. Ik hield niet van school, maar wilde drummen. Maar, na drie maanden had ik het onder de knie. Ik kon noten lezen. En daar heb ik tot op de dag van vandaag profijt van. Met dank aan mijn vader.

Mijn broers Cor en Jan (helaas overleden aan leukemie) speelden gitaar met vrienden Harmen Veerman en Jaap Lautenschutz. Van vader mochten ze het huis van Bap en Ootje in de Bootsmansteeg/Jozefstraat gebruiken als een oefenruimte. De naam van hun eerste band was de Teddy Boys. Deze naam was op een bepaald moment niet stoer genoeg meer en ze veranderden de naam in de Beat Boys (in de tijd van The Beatles). En daarna is de naam veranderd in Leftside. Verschillende namen van dezelfde band.

Mijn vader, de fanfare, het huis van Bap en Ootje, de Bootsmansteeg, is allemaal de basis geweest.

Aan het begin van je loopbaan was je drummer in de band 'Alles'. Wat voor muziek speelden jullie?
We speelden soul, The Rolling Stones, Birds, allemaal top 40. Een mooie mix. We hebben het nummer Murdock 9-6182 uitgebracht. Het kreeg een goede notering in de top 40. Mijn broer Cor zong dat nummer. Toen was ik 15 jaar. Broer Cor zat in de band Alles met Evert (Jassie). De band Alles zocht een drummer en ze vroegen mij. We repeteerden iedere avond met veel plezier. Ons repertoire was heel divers.

Van welke muziek hield je zelf in die tijd?

Wij zijn opgegroeid in de mooiste en rijkste tijd wat muziek betreft. The Kinks, The Who, The Rolling Stones, The Beatles, ga zo maar door. Kwam er een single uit, dan kon je het niet afwachten om dat nummer te leren. Voor mij was er niets anders, dat was de enige muziek die ik wilde spelen.

Heb je ook deel uitgemaakt van de Dekkerband?

De platen van de Dekkerband heb ik ingespeeld. Lilly van Putten en het Volendammer Volkslied. Eigenlijk was Jaap (Lood) de drummer, maar af en toe viel ik in. We speelden dan met vijf ‘Dekkers’. Klaas, Cor, Bep, André en ik. Aangevuldmet Jack (Jozef) en Theo van Scherpenseel (beter bekend als Specs Hildebrand).

Had je nog een ander beroep naast muzikant?

Mijn vader was naast muzikant ook onderaannemer. Hij had gelukkig elf jongens en dat waren ook zijn knechts. Dus wij gingen automatisch naar de technische school (ambachtsschool). Wij konden timmerman of metselaar worden. Ik ben metselaar geworden en heb dit van mijn 14e tot mijn 20e gedaan. Ondertussen speelde ik in de bandjes Alles, Progress (later Jen-Rog). Met BZN was het metselen niet meer te combineren.

Wat onderscheidde jullie als BZN van de rest van de bands?

De muziek die BZN maakte, met een zanger, zangeres en een accordeon waardoor een prachtige BZN-sound ontstond, was er toen niet. En die hebben wij zelf gecreëerd. Dan moet je natuurlijk ook het geluk hebben met zo'n eerste liedje, dat was Mon Amour. Er zit ook een stuk gesproken Frans in wat het nummer apart maakt.

Toen... kwamen we op nummer 1 met Mon Amour. En wij waren daardoor alleen maar bezig met feest vieren, haha (lacht). Het was toch ook niet normaal! Het was een periode die we uitgebreid vierden. Je weet hoe dat dan gaat. Toen belde Cor Aafting van de platenmaatschappij. "Over drie maanden moet er een lp uitkomen, zijn jullie al klaar?" Toen konden we als de wiedeweerga aan de slag. Hele dagen waren we bezig. Melodieën creëren, teksten schrijven, demo's maken, voor ons eerste album. Het was veel arbeid, we hebben er een bijzonder album van gemaakt.

De lp is uniek geworden met prachtige liedjes. Door díe move van de single Mon Amour hebben we de hele wereld rondgereisd en 14,5 miljoen albums verkocht.

Jullie waren ook bekend in het buitenland. Wat is het mooiste wat je in het buitenland hebt meegemaakt?

Zonder dat we het wisten waren we succesvol in Zuid-Afrika. Daar hebben we ongelooflijke dingen meegemaakt. We waren een muziekspecial voor de Tros aan het opnemen in Kenia. Iemand van de platenmaatschappij zei: "jullie zijn nu toch al in Afrika, ga eens naar Zuid-Afrika. Daar zijn jullie succesvol." We gingen, maar wisten niet wat ons te wachten stond. Als we succes hadden in Zuid-Afrika, dan hadden we dat toch wel geweten?

In Johannesburg troffen we een heleboel fans aan. Zelfs de burgemeester stond ons op te wachten. We konden het niet geloven. We konden niet eens bij de auto komen! We zijn er toen een paar dagen geweest. We hadden geen instrumenten meegenomen. Ze kwamen alleen om ons te zien. We hebben winkelcentra geopend en handtekeningen uitgedeeld. Er stonden 1000 mensen op een plein en wegen waren afgezet. Het was nog gekker dan in Nederland. Vanwege de apartheid in Zuid-Afrika mochten we daar nog niet optreden. Een jaar later werd de apartheid afgeschaft en hebben we daar een paar keer een tour gedaan. We speelden in grote hallen vergelijkbaar met Ahoy. Uiteindelijk hebben we daar net zoveel nummer 1-hits gehad als in Nederland. Diverse albums zijn platina geworden.

Welk nummer van de BZN is het meest bijzonder voor jou? En waarom?

De single Mon Amour. Dat is de oorsprong van alles wat ik heb meegemaakt. We waren een rockband en tijdens repetities speelde Thomas Tol (bandlid BZN in die periode) soms een intro. Dan kwam ik erbij met een roffel. Spelenderwijs is het ontstaan. Jan Keizer, onze zanger, die Frans sprak en Cees Tol (bandlid BZN in die periode) kwamen met de lage noten enzovoorts.

We gingen met drie nummers naar de platenmaatschappij. Tenderness van Glen Campbell, nog een cover én Mon Amour waarin het Frans van Jan toen nog gebrabbel leek. Cor Aaftink van de platenmaatschappij zei: "doe meer met die sfeer van dat Franse nummer. Die komt op nummer 1."

We hebben een arrangeur in de arm genomen (Gerard Stellaard) om het nummer verder te bewerken en in de zomer van 1976 kwamen we op 1. De rest is geschiedenis.

Die single is de basis van alles, ook van de Mon Amour band.

Wat vind je het mooiste van het maken van muziek?

Het proces van het maken van nieuwe nummers. Zelfs nu kan ik nog zenuwachtig zijn als we een nieuw lied introduceren. De beste liedjes ontstaan trouwens in tien minuten. De ervaring heeft geleerd dat de liedjes waar teveel aan gesleuteld moest worden, geen hits werden. Het ontstaan van een nieuw en mooi nummer is magisch.

Het gebeurt weleens dat ik bijvoorbeeld in de auto zit en dat er opeens een couplet, refrein of een intro bij me binnenkomt. Het begint altijd met de muziek. In het maken van teksten ben ik nooit sterk geweest. Bij BZN waren Cees Tol en Jan Tuijp daar goed in.

Met het duo waar we nu mee werken, gaat het hetzelfde. Ik had een mooi melodie en dat wilde ik aan Jaap de Witte laten horen. Er was iemand nodig voor de teksten. We kennen allemaal de Nederlandse taal, maar zoals Jaap de woorden achter elkaar zet. Dat is een gave.

Wat is het meest bijzondere wat je hebt meegemaakt?

Tijdens de opname van een nieuw album waren wij bezig in de Wisseloord studio's. Toen we daar aankwamen was alles beveiligd en nadat we gescreend waren mochten we verder. Wat bleek... Mick Jagger was een soloalbum aan het opnemen in studio 1. En wij namen een album op in studio 2.

Tijdens de lunch zaten we aan dezelfde tafel. Ongelooflijk. Met The Rolling Stones was voor ons alles begonnen en nu konden we zelfs met hem praten. Jan Keizer stond een keer achter de bar koffie in te schenken en Mick Jagger vroeg: "wil je voor mij ook koffie inschenken?".

Jeff Beck was ook uitgenodigd door Mick Jagger in de Wisseloord Studio's. Dus ging je naar de kantine dan hoorde je Jeff Beck zijn nieuwe gitaarlicks uitproberen. Heel bijzonder!

Ook het moment waarop Jan Keizer, Jan Tuijp en ik liedjes gingen schrijven voor Jan Smit wil ik hierbij niet ongenoemd laten. Het nummer 'Ik zing dit lied alleen voor jou' kwam vanuit het niets op nummer 1 (in 1997). Dit was daarvoor jarenlang niet gebeurd. Voor het laatst in 1967 met de single A Whiter Shade of Pale van Procol Harum. Dit was een ware sensatie om mee te maken. We hebben uiteindelijk vijf Nederlandse en vijf Duitse albums voor Jan Smit gemaakt.

Wat is je passie?

Mijn kleinkinderen. Ik ben er stapel op. Toen die op mijn pad kwamen ging er een wereld voor me open. De band die we hebben is heel leuk. Vijf kleinkinderen waar ik tijd aan kan besteden. Ik maak dingen mee die ik met mijn eigen kinderen niet had. Het lijkt een gemiste kans, maar het kón toen niet anders. Zo verschrikkelijk leuk om met ze te stoeien. Samen met mijn vrouw hebben we een paar dagen in de week oppas en dat is... genieten.

Als niets te gek zou zijn in de muziek, wat zou je dan nog willen doen?

Wat de Volendamse band B6-Band nu doet, een formatie met blazers vind ik heel mooi. Helaas is dit er nooit van gekomen. Die muziek is voor een drummer heel interessant en daarin kun je jezelf helemaal uitleven. Als ik daarvoor gevraagd zou worden, zou ik daar zeker over nadenken. Dat is iets wat ik nog nooit heb gedaan, maar wel graag zou willen. Het spelen in zo'n band zit nog ergens in mijn hoofd, haha (lacht).

Wil je zelf nog iets toevoegen?

Ik zou alles weer over doen. Het is een periode geweest die voor weinig mensen is weggelegd. Als muzikant, maar ook als mens. Ik ben nog elke dag dankbaar dat ik het mee heb mogen maken. En het is nog niet over. Ik ben altijd met muziek bezig en dat blijf ik doen. En zal muziek blijven maken van 's morgens tot 's avonds zolang het kan.

Twee dagen na dit interview bereikte ons het trieste bericht dat Cees Tol op 70-jarige leeftijd is overleden.

Jack vertelt zaterdag 14 april: Zijn overlijden is bij mij binnen gekomen als een schok. Cees en ik hebben altijd contact gehouden. In de tijd van BZN was Cees mijn maatje ten tijde van buitenlandse reizen. Wij deelden altijd een kamer. Op Schiphol kochten we standaard een fles port en na een lange draaidag dronken we nog een portje op de rand van het bed. Cees had een aanstekelijke humor en ik denk met veel plezier terug aan die periode. Afgelopen november, december en januari zijn we nog met z'n tweeën naar een arts in Helmond geweest. Deze arts boekte met zijn Chinese geneeswijze goede resultaten bij mensen met herseninfarcten. We hebben tijdens die ritjes weer goede gesprekken gehad, ook over vroeger. Helaas zag Cees weinig resultaat en stopte met de behandelingen, maar ik ben blij dat ik dat nog met hem gedaan heb.

Door Denise de Boer